Jongeren massaal aan de kamerplant: 'De klimop heet Moppie'

Nu aan het lezen

Stadse twintigers massaal aan de kamerplant: ‘De klimop heet Moppie’

Stadse twintigers massaal aan de kamerplant: ‘De klimop heet Moppie’

Werknemers worden er creatief en productief van. Thuis zorgt het voor sfeer en een schone lucht. Een kamerplant staat daarnaast bijzonder mooi op je botanische Instagramfeed. Toch zijn dit niet de redenen dat steeds meer twintigers en dertigers hun huis omtoveren tot urban jungle.

Voor de meeste houders van huisplanten brengt het groen rust en een doel. Het verzetten van stekjes, wateren van je planten: het zijn allemaal vormen van focus. Ze zijn daarnaast prima gezelschap als je thuiskomt na een dag werken. “Ik praat regelmatig tegen de planten.”

Prins Vos (26) in zijn urban jungle. “De klimop heet Moppie” Foto: Prins de Vos

Gezelschap

Met een plant ben ik nooit echt alleen, vertelt fotograaf Prins de Vos. De woonkamer van deze 26-jarige Amsterdammer staat bol van de planten. “Ik heb exact 20 planten in mijn kleine Amsterdamse huiskamer. Een van mijn klimops slaat zijn armen om de kast en gordijnrails heen. De tafel is een soort van mini-oerwoud.”

Sommige planten geeft hij namen. “Dat gebeurt gewoon of ze zijn gegeven door vrienden. De klimop heet Moppie. Ik praat wel eens tegen de planten, bijvoorbeeld als het niet zo goed met ze gaat. Dan vraag ik wat er aan de hand is.”

De Utrechtse Tamar heeft zo’n 54 plantjes verspreid over haar huis – de stekjes in haar vensterbank niet meegeteld. “Ik voel me direct thuis als ik ze zie.” Foto: Lisa Praster

Namen

Prins is niet de enige die zijn planten begroet. Eliza (29), door haar omgeving bestempeld als plantenhoarder, is zo’n tien tot vijftien uur per week zoet met haar planten die ze verspreidt over twee appartementen: een woon/werk studio in de Amsterdamse Pijp en het appartement van haar vriend in Diemen. Ze heeft er inmiddels zoveel, dat de namen haar helpen ze niet te vergeten.

Eliza: “Dit begon met Ananasplant Rose, wiens babies ik doopte tot ‘Dahlia’ en ‘Tulip’. Ik en mijn vriend vinden het grappig om bloemen namen te geven van een andere plant. Zo hebben we een cactus trio genaamd Mr. Pineapple, Pineapple Junior en Pineapple Senior. Ook hebben we Peppe, Virginia, Bambino, Peggy, Sophie en de broertjes Moos.”

Ik had nooit iets met planten, maar met bloemen zegt Eliza. “Elke week stelde ik een boeket samen voor mezelf. De luchtzuiverendeplanten-hype, zorgde ervoor dat ik ook een plant op de slaapkamer wilde. Ik heb huidproblemen en las dat de luchtvochtigheid zo bevorderd kon worden.”

Het eerste plantje dat Tamar aanschafte, was een simpele Dracena van de IKEA. Vijf jaar later doet hij het nog steeds goed. Foto: Lisa Praster

Toen het eerste plantje was aangeschaft, was er geen houden meer aan voor Eliza. Sinds een jaar fietst de Amsterdamse meerdere keren per week langs het tuincentrum, onderweg van werk naar huis. Wat bleek: ondanks de 1 miljoen bomen die Amsterdam rijk is, miste Eliza groen en de natuur in haar dagelijkse leven. “En als je geen eigen tuin hebt, dan moet je van je woning maar een buitenplaats maken.”

Ontspanning

Het eerste wat de Utrechtse Tamar (24) doet als ze thuiskomt, is aandacht geven aan haar planten. Een plantje verpotten, een stekje in het water zetten. Het is net als met tuinieren, zegt ze. “Het biedt een soort ontspanning.”

Stekjes niet meegeteld, heeft de Utrechtse zo’n 54 kamerplanten. Haar eerste exemplaar was een simpele Dracena van de IKEA, aangeschaft toen ze vijf jaar geleden op zichzelf ging wonen. Per verhuizing groeide de collectie tot de huidige omvang.

Voordat ze op kamers ging, had Tamar altijd huisdieren. “Dat was geen optie meer in een kleine kamer. Met de plantjes had ik toch nog iets om voor te zorgen. Het is daarnaast ook gewoon een enorme sfeermaker, het maakt dat ik me gelijk thuis voel als ik mijn woonkamer binnen loop.”

Vertraging

De kalmte die veel planteneigenaren ervaren is heel logisch, stelt trendonderzoeker Lieke Dols. Stilte en visuele rust zijn in de huidige maatschappij steeds schaarser. De voortdurende prikkels die worden afgevuurd op ons brein leiden tot een behoefte daarvan los te koppelen. Dols: “Wat voor de een yoga of digital detox kan zijn, is voor de ander het opzoeken van de natuur: noodzakelijk om het levenstempo te vertragen.”

Trendwatcher Lieke Dols: “De kleur groen heeft een ontspannende werking op ons als mens. Met planten sta je echt even stil, eigenlijk als een soort mindfulness.” Foto: Lisa Praster

Urban Jungles bieden stadsbewoners een rustplek middenin de snel bewegende stad. Dols: “Groen als kleur heeft een ontspannende werking op ons als mens. Met planten sta je echt even stil, eigenlijk als een soort mindfulness. Het verzorgen van stekjes laat ons weer even echt iets voelen, ons verbinden met iets essentieels. Het is een groene oase weg van onze platte, lichtgevende schermen.”

Respect

2017 is niet het eerste jaar waarin kamerplanten booming zijn. De eerste golf kwam vlak na de industriële revolutie in de jaren zeventig van de vorige eeuw, zegt Tovah Martin, auteur op het gebied van huisplanten. Mensen bouwden en verhuisden naar steden, en kregen toen de behoefte om een bepaald geworteldheid te creëeren.  Daarin schuilt ook de reden voor de kamerplant revival anno nu, meent Martin.

“In de jaren zeventig had je diverse schandalen in de wereld, de oliecrisis en ga zo maar door. Huisvrouwen hingen planten in hun macraméhouders. In die zin heeft de huidige trend iets heel nostalgisch. Mensen zijn weer op zoek naar rust. Een kamerplant is therapeutisch: het geeft je iets om voor te zorgen.”

Therapeutisch

Het grootste verschil met de trend in de jaren 70 is dat we de planten nu veelvuldig vastleggen op onze Instagramfeeds. Zoek maar eens met hashtag #urbanjungle. Of  #homeplant. Planteigenaar Tamar denkt dat zo’n veertig procent van haar feed bestaat uit haar groene babies. Toch noemt Tamar het een combinatie van factoren waardoor zij en haar leeftijdsgenoten los gaan met groen. “We delen stekjes en tips – en als er plantje doodgaat, kunnen we zelfs op elkaars schouders uithuilen.”

Die sociale rol van planten moet niet worden onderschat, vindt ook Prins wiens woonkamer volstaat met stellages om de planten op kwijt te kunnen. Verklaar me voor gek, zegt hij, maar ik heb dus echt het gevoel niet alleen te zijn met planten om me heen.

Prins: “Er is er een die ’s ochtends alle bladeren stijf naar beneden heeft hangen, en ’s avonds tot leven komt en de bladeren opricht. Of een oude bonsai: die woont al bijna eenderde van mijn leven bij me. Als ik er goed voor blijf zorgen, zal ze me nog overleven ook. Ik vind het prettig al dat leven om me heen te zien. Een scheut uit te zien groeten tot een volwaardig bebladerde steel. Ik heb laatst een pit uit een grapefruit geplant. Dat is nu een plantje van zo’n  5 centimeter geworden. Dat er in zo’n miezerig pitje zoveel potentieel nieuw leven schuilt, dat is toch prachtig?”

Meld je aan voor de nieuwsbrief.