Lessen over seksualiteit en seksuele diversiteit zijn sinds 2012 een verplicht onderdeel van het onderwijs. Op het gebied van lessen over seksualiteit gaat het dan ook best goed in Nederland, meldt kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers naar aanleiding van een peiling van DUO Onderwijsonderzoek. Maar kijken we naar lessen over seksuele diversiteit – zoals homoseksualiteit – dan is er nog een wereld te winnen.
Volgens de peiling – die onder 414 schoolleiders werd uitgevoerd – geeft 87 procent van de basisscholen structureel lessen over relaties en seksualiteit. Maar bij 35 procent komt het thema homoseksualiteit niet aan bod. “Dat is opmerkelijk, omdat lesgeven over seksualiteit én seksuele diversiteit sinds 2012 verplicht is”, zegt expert Elsbeth Reitzema van Rutgers. Tegenover de NOS zegt ze dat dergelijk onderwijs juist wel belangrijk is. “Jonge kinderen kunnen zelf al homoseksuele gevoelens hebben. Hen moet je meegeven dat die gevoelens oké zijn, zodat ze zich geaccepteerd voelen.”
Maar ook voor heteroseksuele kinderen is onderwijs over seksuele diversiteit belangrijk. Op die manier leren ze namelijk dat dergelijke gevoelens normaal zijn, ook als ze ze zelf niet hebben. Je hoeft een ander er dus niet om te pesten.
De grote vraag is natuurlijk waarom dergelijk onderwijs niet overal gegeven wordt, ook al is het wel verplicht. Reitzema stelt tegenover de NOS dat er meerdere redenen voor kunnen zijn. Denk aan religieuze overtuigingen, ouders die dergelijk onderwijs niet willen en leraren die het thema ongemakkelijk vinden.
Erkende lesmethodes nodig
Rutgers heeft ook andere kritiek op de lessen: de lessen moeten inhoudelijk beter. Op dit moment gebruikt namelijk slechts 40 procent van de scholen een erkende lesmethode. “Dat percentage moet omhoog, want dan gaat ook de kwaliteit van de lessen omhoog. En dat draagt bij aan een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen.”
Toch zijn er ook positieve punten. Het feit dat de meeste scholen aandacht besteden aan onderwerpen als vriendschap, verliefdheid, verkering en puberteit is natuurlijk goed. En 44 procent van de scholen doet dit zelfs al vanaf groep 1. “Hoe eerder scholen beginnen, hoe beter. Ook voor jonge kinderen is het van belang dat zij leren praten over relaties en seksualiteit en hun wensen en grenzen goed kunnen aangeven”, zegt Reitzema.