Veel videospellen of andere mediavormen staan vol met negatieve stereotypes van vrouwen en seksisme – het spel Gamergate is hier het duidelijke voorbeeld van. Maar de vraag die vaak wordt gesteld is “Wordt de wereld echt een beetje beter als spellen anders gevormd zouden worden zodat het niet de meest negatieve stereotypes in de hand werkt?” Wat blijkt nu: Ja, dit kan.
Een team van onderzoekers van de Tiltfactor Lab in Dartmouth hebben een kaartspel ontwikkeld dat vervelende vooroordelen over vrouwen en minderheidsgroepen zal verminderen – Buffalo: The Name-Dropping Game. Het werkt als volgt. Twee mensen leggen tegelijk een kaart neer. Eén kaart is een bijvoeglijk naamwoord (zoals ‘brildragend’ en ‘Iraans’) en de andere kaart is een zelfstandig naamwoord (zoals ‘dierenexpert’ of ‘voetballer’).
Het doel is om zo snel mogelijk iemand te bedenken die bij die omschrijving past. Het voelt tijdens het spelen als een omgekeerd potje Trivia, maar ondertussen word je ‘geherprogrammeerd’. Je moet bijvoorbeeld komen met een combinatie zoals ‘multiraciale superheld’ of ‘vrouwelijke wetenschapper’. De typische bekendheden die normaal bij je opkomen bij het woord ‘superheld’ of ‘wetenschapper’ moet je nu vergeten; je wordt gedwongen om in alternatieven te denken.
Zelfs als je geen naam kunt bedenken, werkt het spel om je bewust te maken en buiten bepaalde stereotypes te denken. “Onzekerheid is de sleutel tot het succes van het spel. Het daagt de twijfel uit om een associatie te maken bij bepaalde eigenschappen over geslacht, ras en religie,” zegt Geoff Kaufman, een Assistent Professor bij de Human-Computer Interaction Institute op de Carnegie Mellon University. “Het nodigt scepticisme uit over conclusies over mensen. We hebben spelsessies gezien waarbij bemiddeling werd gedaan naast het spel zelf, zoals het opzoeken van antwoorden voor een volgend potje.”
In één van de vele onderzoeken die het team heeft gedaan, speelden 193 jongvolwassenen ofwel Buffalo, ofwel een controlespel. Hierna werden er twee standaard psychologische testen gedaan om tolerantie en vooroordelen te meten. Na één potje werd al gevonden dat de Buffalo-spelers meer inclusief waren en het eens waren met opmerkingen als “Er is potentie voor goed en slecht in ons allemaal” of “Ik zie mezelf in vele groepen passen.”
De onderzoekers vinden dat het niet gelimiteerd hoeft te blijven tot Buffalo – alle spellen kunnen zo ontworpen worden dat het ons toleranter maakt tegenover minderheden. “Wat ik interessant vind aan spellen is dat spellen afhankelijk zijn van bemiddeling. Ze komen niet tot leven zolang er geen actie wordt ondernomen door mensen. En dit maakt ze anders dan film en andere kunstvormen,” zegt Dr. Mary Flanagan, Professor binnen de Afdeling van Film & Media Studies en oprichter van Tiltfactor Lab in Dartmouth.