Een ingezakte taart, een presentatie die niet helemaal lekker loopt of iets repareren waar je weinig verstand van hebt: als iets mislukt, is dat vaak te wijten aan veel factoren. Het zijn vaak zaken waar je niks aan kan doen. Maar er is één ding dat je kan trainen om je road to succes zonder al te grote kleerscheuren te doorlopen: denken dat je iets kan.
Positief
Volgens wetenschappelijk onderzoek zorgt deze positieve gedachtegang, of gegeven van de natuur, er in de meeste gevallen voor dat iets daadwerkelijk lukt. Hoe dat komt? Mensen die in zichzelf geloven, vertonen meer metacognitieve hersenactiviteit. Dit betekent dat zij een groter deel van hun hersenen benutten en daardoor meer capaciteit hebben om problemen op te lossen en lastige zaken van verschillende kanten bekijken
Uit dit artikel blijkt dat geloven in jezelf én een ander allesbehalve een cliché is: uit Harvard onderzoek uit de jaren ’60 bleek al dat onze overtuigingen en verwachtingen enorme impact hebben op onze resultaten en die van anderen. Wanneer tegen leraren bijvoorbeeld werd verteld dat (willekeurige) kinderen slim waren, presteerden die kinderen beter. Niet alleen in de klas, maar ook bij gestandaardiseerde IQ testen.
Investeren
Wat blijkt: zodra we overtuigd zijn van iemands kunnen, behandelen we diegene automatisch beter, geven we diegene meer kansen dan die waarvan we achten dat ze falen, voorzien we van constructieve feedback en spenderen we meer tijd aan met het oog op toekomstinvesteringen.
Het ontbreken van vertrouwen dat iemand iets kan, zorgt zelfs bij medische onderzoeken voor stuurbaar resultaat. Dit noemen ze het ‘nocebo’ effect. Als iemand geen verwachtingen heeft van een behandeling, of de kans klein acht dat dit aanslaat, zijn de positieve uitkomsten vaak lager dan wanneer iemand dit verwachtingsvol benaderd.