Het aantal wilde dieren is 60 procent gedaald sinds 1970

Het WNF bracht vandaag slecht nieuws naar buiten: de populatie van wilde dieren is namelijk met maar liefst 60 procent afgenomen sinds 1970. Meer dan de helft dus. Het Wereld Natuur Fonds ziet vooral de vernietiging van leefgebieden door onder andere landbouw als voornaamste oorzaak.

Het verlies van de dieren is het grootst in de tropen. En dan voornamelijk in Zuid- en Midden Amerika. Hier zijn de populaties tussen 1970 en 2014 gemiddeld met maar liefst 89 procent gekrompen. Dat komt onder andere door het kappen van bomen: zo’n 20 procent van het Amazonewoud is verdwenen.

Ook interessant

Palmolie is slechter dan je denkt: zo kun je het gemakkelijk vermijden

Palmolie is slechter dan je denkt: zo kun je het gemakkelijk vermijden

Maar ook in rivieren, moerassen en zoetwaterdelta’s zijn de dierenpopulaties flink afgenomen. Dit komt onder andere door de aanleg van stuwdammen, irrigatie en inpoldering voor de landbouw. Maar ook (plastic) vervuiling en overbevissing zorgen voor de afname van de populaties.

Gezondheid

Dat er steeds minder wilde dieren zijn, geeft een duidelijk beeld van de veranderingen in de wereld. Maar biodiversiteit is cruciaal voor onze gezondheid, laat het WNF weten. Daarnaast is het belangrijk voor ons welzijn, voedselvoorziening, veiligheid en de stabiliteit van economische en politieke systemen in de wereld.

WNF directeur Kirsten Schuijt vergelijkt de biodiversiteit met en houten blokkentoren: “Als je telkens één blokje eruit trekt, kan de toren lang blijven staan. Maar één blokje te veel en het bouwwerk stort in. Wij halen nu voortdurend blokjes uit de natuur. Het is de vraag hoeveel we nog kunnen verzwakken voordat het systeem het bezwijkt.”

Goed nieuws

Toch is er niet alleen maar slecht nieuws. Wij zijn de oorzaak van deze verschuiving in de natuur, en dus kunnen wij er ook voor zorgen dat het juist weer de goede kant op gaat. Kirsten vertelt dat er ook goed nieuws is. Zo is het WNF al jaren bezig met bijvoorbeeld de reuzenpanda, waardoor deze nu ook weer in het wild gevonden wordt. Het kan dus omgedraaid worden.

Toch worden er nog steeds honderden diersoorten bedreigd. Dit jaar overleed het laatste mannetje van de noordelijke witte neushoorn, waardoor deze soort zich niet meer kan voortplanten. Met 1434 soorten gaat het zo slecht, dat het IUCN (International Union for Conservation of Nature and Nature Resources) er rekening mee houdt dat ze kunnen uitsterven. Daarvan zijn er 280 diersoorten ernstig bedreigd. Dit zijn onder andere de zwarte neushoorn, orang-oetang en gorilla.