Ik geloof graag dat ik geen extravagant leven leid. Maar stiekem is de hoeveelheid geld die ik uitgeef aan alles wat niet behoort tot mijn basisbehoeften, enorm.
Koffie hier, een nieuwe outfit daar en dagelijks een gekochte lunch in plaats van zelf een bammetje smeren. ’s Avonds die nieuwe burgerbar proberen of een rondje op mijn kosten? Prima, ik werk er hard voor.
Probleem
Dat ik mijn geld liever uitgeef aan één dure handgemaakte cappuccino, dan 10 huisgemaakte filtervarianten, komt niet alleen doordat ik de smaak lekkerder vind. Volgens dit artikel van Buzzfeed heeft het maken met het enigszins misplaatste idee dat je om rijk en succesvol te worden, ook bakken met geld moet uitgeven. Het gevolg van deze trend onder stadse jongeren: we zijn chronisch blut.
‘Urban poors’, zo noemt de auteur mensen zoals jij en ik die net iets te veel geld uitgeven. Zoals die ene jonge marketeer die een auto kocht van haar eerste salaris – en er nu in slaapt. Of de junior journalist die steeds minder vaak op de redactie te vinden was, en telkens als ze dat deed, er dunner uitzag. “Ze stond erop dat het kwam omdat ze iedere dag jogde. Maar toen ze wegsneakte tijdens lunchtijd of de hele dag op één koude koffie leefde, wist ik het.”
De auteur WhatsAppte de jonge bevriende journalist met de vraag: heb je genoeg geld voor een maaltijd? “Dat had ze niet. Ze legde mij uit dat áls ze geld had, ze wachtte om naar hippe bio-bakker Le Pain Quotidien te gaan en flink wat geld neer te leggen voor een broodje. Maar na zessen, wanneer er korting zat op de dagverse producten.”
Start-up economie
Dit verhaal deed mij nadenken over mijn uitgaven en eigenlijke banksaldo. Het idee om veel geld uit te moeten geven – veelal voor zakelijke doeleinden, zoals een interview afspraak rond lunchtijd of koffiemeetings op mijn kosten – komt voort uit een zekere trots en een minstens zo groot schaamtegevoel níet mee te kunnen doen met luxe-uitspattingen of de zoveelste netwerkborrel.
Maar het is niet alleen dat ik te bleu ben toe te geven dat kosten soms niet worden vergoed. Het is de druk die ik voel van mijn leeftijdsgenoten, mensen met een alles-op-alles mentaliteit die buiten vaste werktijden- en plekken bouwen aan zichzelf als merk. En dat kost gewoon wat: de kleding om er een beetje mooi uit te zien, kappersbezoekjes, nachtjes in hippe clubs en de Ubers die je moet nemen omdat je tot 1 uur ’s nachts contacten aan het leggen bent.
Het generatieprobleem dat de Indiase auteur schetst, is naar mijn idee toepasbaar op elk welvarend land of newly developing country, er ligt overal een focus op je appearance. “Elke krant en uitgever schrijft het in neon-letters: hoe je moet eten, eruitzien en moet kleden om succesvol te zijn. Maar ze vertellen je niet hoe je iets daarvan moet betalen.”
Vertoning
Op de een of andere manier, zegt ze, hebben we een cultuur gecreëerd waarin zo’n enorme waarde wordt gehecht aan verschijning, dat we liever hier véél geld aan uitgeven, dan een beetje aan gewoon eten – een thuis gesmeerde boterham bijvoorbeeld.
Het enige voordeel van het feit dat iedereen gefocust is op vertoning en carrière, is dat ook bijna iedereen weleens in de situatie heeft gezeten eigenlijk niet te kunnen veroorloven wat ze kopen. De auteur zelf herkent dit en biedt waar het kan haar hulp aan de jonge, ambitieuze maar arme ondernemers. “Ik vraag weleens of ze een lift willen, genoeg eten hebben of dat ik een koffie voor ze mag kopen. Vaak zeggen ze nee, maar soms – heel soms – valt hun masker af.”