Uitstelgedrag: iedereen heeft er weleens last van. Vooral op het moment wanneer je moe bent of verveeld. Voor anderen is het uitstellen van werk een die-hard verslaving. Ze vermijden de hele dag het werk dat voor hen ligt, om aan het einde van een shift naar huis te gaan ’s avonds en het daar vluchtig af te maken – terwijl dit gemakkelijk klaar had kunnen zijn voor etenstijd.
Met de zomer in aantocht, is ook het seizoen van uitstelgedrag aangebroken. Het is dan nog lastiger als je vast zit op kantoor, terwijl je verlangt naar tijd met vrienden en familie. Dit (soms) problematische gedrag wordt gevoed door excuses.
Doorbreken
Om dit gedragspatroon te doorbreken moet je eerst de onderliggende negatieve mentale gewoonten overkomen, aldus Dr. Travis Bradberry, auteur van boeken over emotionele intelligentie op The Huffington Post.
Voor elk excuus dat je in de strijd gooit, heeft hij een preventieve strategie – zodat jij je uitstelgedrag overkomt, productiever wordt en zelfs werkt wanneer je er geen zin in hebt.
1. “Ik weet niet waar ik moet beginnen”
We zien onszelf als een dier in de koplampen zodra we met een lastige taak worden geconfronteerd. Maar het beste dat we kunnen doen is, net als een dier, in ieder geval te bewegen in een goede richting.
Juist wanneer een opdracht lastig is, heb je alle tijd nodig die je hebt om het te voltooien. Er is geen nut in het verspillen van kostbare tijd door jezelf overweldigd te laten zijn door de complexiteit van je taak.
De oplossing hier is de angst voor het geheel je niet te laten stoppen om delen van de opdracht aan te maken. Als iets er te lastig uit ziet, kan je het eenvoudigweg opbreken in stukken. Bedenk wat je kan bereiken in 60 minuten – vraag jezelf dan af wat je in nog een uur tijd kan doen.
Je taken opdelen in kortere perioden (waardoor inspanning gegarandeerd is) staat je toe uit de spotlights te bewegen. Voordat je het weet heb je iets bereikt en verandert de taak van ‘te moeilijk’ naar ‘absoluut te doen’. Inactiviteit, zo blijkt, is dodelijk bij lastige opdrachten.
2.”Er zijn teveel afleidingen”
Voor de meeste van ons is het beginnen aan een groot project op het werk een uitdaging. We vallen over allerlei kleine, onrelevante taken die ons afleidingen van de echte opdracht. We beantwoorden e-mails, plegen telefoontjes, checken online het nieuws… Allemaal om de olifant in de kamer te ontwijken.
Druk zijn is niet hetzelfde als productief zin. Bevind je jezelf in een vermijdende housing, neem dan even te tijd en visualiseer wat er zou gebeuren als je zou doorgaan met het afhouden van de taak. Afleidingen verlammen je doordat je je hoofd afwendt van deze gevolgen: ook wel de realiteit.
Hier is de ‘tegenaanval’ dus: herinner je eraan wat er gebeurt als je op deze manier doorgaat. Afleiding is hierdoor minder aantrekkelijk en zo focus je je op je werk.
3.”Het is te makkelijk”
Taken die te makkelijk zijn, kunnen verrassend genoeg killing zijn voor je productiviteit. Het is lastiger bijvoorbeeld in te schatten hoelang het duurt voordat een taak is voltooid.
Wat te doen bij een makkelijke taak die je toch moet vervullen? Focus je op het grotere plaatje. Doordat je nu de relevantie meer inziet, is het eenvoudiger je taak te voltooien. Zodra de kleine, ogenschijnlijk onbelangrijke dingen niet of slecht worden gedaan, heeft dat een groot effect voor de toekomst.
4.”Ik vind dit werk niet leuk”
Uitstelgedrag heeft niet altijd te maken met een te eenvoudige of te lastige taak. Soms wil je iets simpelweg niet doen en dan is het extra moeilijk door te gaan met een taak.
Helaas bestaat er geen truc om iets voor jezelf interessant te maken, zeker niet omdat niet alles je aandacht kan vatten. Beter dan deze taken voor je uit te schuiven, kan je met jezelf de afspraak maken dat je geen ander project mag aannemen totdat je de huidige hebt afgemaakt. Op deze manier dwingt je jezelf ‘eerst je groenten op te eten en daarna het toetje’.
5.”Ik denk niet dat ik het kan”
Een nieuw project is je aangewezen door je supervisor. Het is er zelfs eentje waar je al tijden op hoopte. Maar nu je het hebt, lukt het je simpelweg niet eraan te beginnen. Je kan niet voorbij de gedachte dat je misschien zou falen. Dit kan een punt bereiken waardoor falen de best mogelijke optie lijkt. Want als je nooit ergens voor gaat, kan het ook niet mislukken. Toch?
Verkeerd gedacht. Het uitstelgedrag zelf is falen – falen om je innerlijke talenten en mogelijkheden te gebruiken. Als je uitstelt, faal je in je geloof in jezelf.
Dat heeft ermee te maken dat je zorgen maken je richting een mislukking toe trekt. Je moet je gedachten verschuiven naar een richting waarbij je je focust op alle positieve dingen die gaan gebeuren als je slaagt. Als je gelooft dat je iets kan doen – en je visualiseert de positieve gevolgen – stel je jezelf gereed voor succes.