Wij spraken met de beste zwerkbalspeler van Nederland: En ja, dat is een echte sport - Vance

Nu aan het lezen

Wij spraken met de beste zwerkbalspeler van Nederland: En ja, dat is een echte sport

Open Dutch Summer Cup Quidditch

Wij spraken met de beste zwerkbalspeler van Nederland: En ja, dat is een echte sport

De Utrechtse Dom Tower Dementors zijn sinds zondag officieel de beste zwerkbalspelers van Nederland. Het spel is afgeleid van de populaire Harry Potter-boeken en films waarin tovenaars op rondvliegende bezems de gouden snaai najagen. In de echte wereld is het het best te vergelijken met een combinatie van trefbal, rugby en handbal.

In Nederland is de snaai zoveel als een tennisbal in een sok, legt Utrechtse sterspeler Finn den Boeft (18) uit. De snaai hangt uit de broek van één van de spelers. Met een stok tussen je benen, is het de bedoeling die begeerde snaai te grijpen. De spelers nemen het tegen elkaar op op een ovaalvorming veld met drie doelpalen (‘hoops’) aan elke zijde. Zwerkbal is een gemengd spel en wordt gespeeld op nationaal en internationaal niveau.

Finn den Boeft tijdens een wedstrijd Quidditch. Foto: Twan Elting

Een echte sport

Finn is chaser en seeker (‘en algeheel sterspeler’, aldus zijn coach Nick van Klaveren) en sinds drie jaar fervent Zwerkbalspeler sinds een groep klasgenoten meedeed aan iets wat één van de eerste Nederlandse toernoois Zwerkbal was. Of liever gezegd quidditch, naar de oorspronkelijke benaming. Finn is fanatiek maar noemt zichzelf geen potterhead: een die-hard Harry Pottenfan.

Het is één van de vele vooroordelen waarmee hij en zijn sportgenoten mee te maken krijgen. De spelers zijn lang niet altijd mega Harry Potter-fan, verder is het een intensieve en zeer lichamelijk sport en heeft het op wereldschaal al behoorlijk wat voet aan de grond gekregen. In Nederland is de belangstelling langzaam groeiende: Nederland heeft zes officiële teams waarvan er vier competitie spelen. Dat is nog klein in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk en de VS.

Foto: Robbert Bruggeling

De populariteit van de sport is niet alleen te danken aan de fantasievolle verhalen van J.K. Rowling. Finn: “Ik heb de boeken voorgelezen gekregen als kind en ik ben bekend met de films maar voor mij staat de sport ver van het hele Harry Potter-gebeuren. Dat is waar we ook wel heen proberen te gaan met de sport. Quidditch is steeds meer een eigen ding. De teamnamen verwijzen nog veel naar Harry Potter maar dat begint steeds meer te verdwijnen. Het zijn vooral echte sportteams. Op de toernooien wordt al niet meer naar Harry Potter verwezen.”

Volgens Finn kijken veel mensen raar op als je zegt dit als sport te beoefenen. Maar, geeft de speler toe: het is ook wel een beetje vreemd. “Je rent wel met een stok tussen je benen. Mensen kunnen zich niet voorstellen wat het is. Zodra ik video’s laat zien, zijn mensen al snel overtuigd dat het ook een serieuze sport is.”

Toewijding

De meest gestelde vraag die Finn en zijn Utrechtse teamgenoten krijgen: is het niet onhandig, zo’n stok tussen je benen bij gebrek aan magische vliegkracht?

Finn: “De stok tussen de benen is haast het minst gevaarlijk op het veld. Die houd je van nature al weg van de rest van de spelers. Wel heb je altijd blauwe plekken na een wedstrijd. Een hersenschudding is de grootste verwonding die je oploopt. Maar hoe vaak dat gebeurt, valt ook wel mee – bij de trainingen wordt gehamerd op goede valtechnieken.”

Prijzig

Zwerfbal is echter niet voor watjes, onderstreept Finn. Veel sportieve types doen mee, maar ook voor het sociale aspect ben je welkom. Finn en zijn teamgenoten zijn inmiddels goede vrienden. Het is een ‘nieuwe familie’. Die warme banden zijn een welkome bijkomstigheid, want omdat het nog een relatief kleine sport is, is Zwerkbal behoorlijk prijzig. Voor een toernooi komt nog veel voor eigen rekening. Soms wenden de sporters zich tot crowdfounding en anders komt het uit eigen zak.

Finn: “Af en toe is het financieel een beetje zwaar maar er zijn ook manieren om het toch te bolwerken. Als we naar een internationale wedstrijd reizen, kijken we naar de goedkoopste overnachting en we reizen zo veel mogelijk zelf. Je moet er wel wat voor over hebben.”

Meld je aan voor de nieuwsbrief.