Hij heeft waarschijnlijk de meeste TED Talks gezien van iedereen in de wereld: zo’n 1500 schat hij zelf. Chris Anderson. Hij is de curator van de officiële TED-conferentie en mag zichzelf dus inmiddels wel een echte presentatie-expert noemen.
Niet voor niets heeft hij een boek geschreven waarin hij een heleboel tips geeft om presentaties te geven die impact hebben: de TED Methode. Maar dat betekent niet dat hij zelf een extreem goede spreker is. Verre van, geeft hij zelf aan. “Ik heb veel fouten gemaakt op het podium. Maar je kunt leren presenteren. En soms moet je daarvoor even uit je comfort zone stappen”, vertelt Anderson.
Ik sprak Chris Anderson toen hij in Nederland was om zijn boek te promoten en moest daarbij terugdenken aan driedaagse presentatiecursus die ik zelf ooit heb gevolgd. Ik leerde veel tips en trucs, maar vooral ook om zelfverzekerd te zijn als je voor een groep mensen staat. En dat is ook precies zijn punt met die comfort zone.
“Er zijn zoveel mensen die fantastisch kunnen spreken, maar het niet doen omdat ze worden tegengehouden door angst. En die kan worden overwonnen. En trucs kunnen worden aangeleerd”, legt hij uit. “De enige vereiste is dat iemand iets te vertellen heeft. Iemand die goed presenteert is niet zoveelste motivational speaker. Zolang je iets unieks te zeggen, moet je alleen leren hoe je het moet zeggen.”
Verslavend
Unieke verhalen die je laten nadenken over iets waar je nooit over nadacht. Die je wereldbeeld veranderen. Dat vindt Anderson zo fascinerend aan de sprekers de hij ziet. “En elke keer als je iets nieuws leert, leer je dat er meer is dat je niet weet. Het is daardoor verslavend.”
En precies dat is de basis voor het werk dat de TED-curator samen met zijn team doet. “Er is geen geheime formule, we doen gewoon heel veel onderzoek naar allerlei onderwerpen. Techniek en wetenschap, design en creativiteit en ook de grotere wereldproblemen. We zoeken naar onderwerpen waar de wereld meer over moeten weten.”
Helemaal alleen doen hij en zijn team het overigens doet. Met de jaren is TED steeds groter geworden en daardoor komen er ook steeds meer suggesties voor sprekers binnen vanuit het publiek. Dat zijn er inmiddels duizenden. Daarnaast legt hij de lat steeds hoger, hij wil het jaar na jaar beter doen.
De officiële TED-conferentie heeft met de jaren ongelofelijk veel spin-offs gekregen onder de naam TEDx. Alleen in Nederland worden er al edities gehouden in een heleboel steden. Anderson helpt alle lokale curatoren op weg. Met regels en tools, ze moeten natuurlijk sowieso het bekend TED-format houden. Maar ook met tips om sprekers te coachen.
“We houden regionale workshops met de organisatoren van meerdere TEDx-conferenties. En het leuke is: zij leren van ons, maar wij ook weer van hen. De hele TEDx-community wordt daardoor steeds beter”, legt hij uit.
Goede sprekers
Ik vroeg Chris Anderson uiteraard welke sprekers hij zelf heel goed vindt. En er was één naam die hem meteen te binnen schoot: Hans Rosling. Hij is professor op het gebied van de wereldgezondheid en weet data daarover te koppelen aan de economie. “Hij vertelt met zoveel passie en de manier waarop hij met visualisaties omgaat is fantastisch”, aldus Anderson.
Hij tipt verder Dalia Mogahed, een moslima die afgelopen jaar sprak over hoe onze maatschappij aankijkt over moslims, en moleculair bioloog Bonnie Bassler die onderzoek deed naar hoe bacteriën met elkaar communiceren.
En een heel interessant verhaal is volgens de TED-curator verder dat wat Jennifer Doudna vorig jaar vertelde over CRISPR: een technologie om menselijk DNA aan te passen. “Dit verandert de biotechnologie ingrijpend en wetenschappers worden er zowel enthousiast als bang van.”
Terwijl hij over deze sprekers vertelt, hoor ik het enthousiasme in zijn stem. Hij spreekt over een ‘renaissance van public speaking’. “Onze voorouders deden dit al rond het kampvuur: opstaan en een verhaal vertellen. Het is fantastisch om in een tijd te leven waarin dat kan worden vastgelegd op video en kan worden gedeeld met honderduizenden mensen. Iedereen die een stempel wil drukken op de wereld, moet hierover nadenken en kijken of hij er iets mee kan doen.”
De foto bij dit artikel is gemaakt door Steve Juvetson.