Mijn beste vriend is de deadline: een broodnodig dwangmiddel voor een keiharde uitsteller als ik. Het is het enige wat er voor zorgt dat ik iets doe. Althans: verplichte, stommige, zaken.
En hoewel ik geen lethargisch hoopje ellende ben die alleen vooruit komt in het leven door strikte regels en consequenties, sta ik vooraan als iets even kan wachten. Of dat nu opstaan is, of morgen beginnen met gezonder eten. Ik gedachten denk ik dan aan de toekomstige ik: díe zal het zwaar krijgen. Maar nu nog even niet.
Belasting
Het klinkt allemaal vrij onschuldig, maar uitstelgedrag kan grote problemen veroorzaken op school, werk en thuis. Zo’n 5% van de bevolking ervaart hiervan serieuze gevolgen.
Toen ik dit artikel van Vox tegenkwam, merkte ik pas hoe aanwezig dat continu voor mij uit schuiven is. Ik realiseerde dit door de hoofdafbeelding bij het stuk: een geanimeerd mannetje die bibberend zijn belastingaangifte doet.
De belasting. Het grootste voorbeeld van iets wat moet, maar steevast op de laatste dag voor mei wordt ingevuld. Zo pijnlijk herkenbaar dat ik het artikel wegklikte.
Maar zoals uitstel- of vermijdingsgedrag werkt, zorgt zelfs het niet doen van iets voor een rusteloos gevoel, aangewakkerd door herinneringen zoals een artikel en zelfs posters op straat die mij melden nu toch écht mijn belastingaangifte te moeten te doen.
Hoe komt het dat ik dit in wezen kinderlijke gedrag vertoon en deadlines nodig heb om iets van mijn leven te maken?
Overleven
Lange tijd werd beweerd dat uitstelgedrag het gevolg is van slecht time-management en een gebrek aan wilskracht. Meer recent ontdekten psychologen dat het te maken heeft met hoe onze hersenen en emoties werken.
Uitstelgedrag, zo blijkt, is een overlevingsmechanisme. Maar wel een misplaatste. Wanneer mensen iets uitstellen, vermijden ze emotioneel zware taken en doen in plaats daarvan iets waardoor ze een tijdelijke humeurboost krijgen. Het uitstellen veroorzaakt uiteindelijk schaamte en schuld, wat er zijn beurt weer voor zorgt dat mensen nóg meer voor zich uitschuiven.
Het gevolg is een vicieuze cirkel, waar je al duwend en trekkend niet zo makkelijk uitkomt.
Dit klinkt vrij uitzichtloos, maar een beter begrip van waarom onze hersenen zo graag ongemak ontduiken, laat de wetenschap misschien toe nieuwe strategieën te vinden om doei te zeggen tegen uitstelgedrag.
Compassie
Psycholoog Tim Pychyl kwam tot een interessant inzicht. Hij schreef een paper waaruit blijkt dat studenten die zichzelf vergaven voor hun uitstelgedrag bij een vorig examen, minder geneigd waren uitstelgedrag te vertonen bij hun volgende tentamen. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat mensen die geneigd zijn om uit te stellen, over het algemeen, minder medelevend zijn ten opzichte van zichzelf. En dat is wel een puntje.
Pychyl komt hiermee bij het gevoel je taken uit te stellen naar een toekomstige versie van jezelf. Voor je brein een vreemde, maar in het echte leven gewoon jij, maar dan wat ouder.
Toekomst
Een van zijn studenten bekeek onze capaciteit om onze toekomstige zelf voor te stellen. ”Sommige mensen zien de huidige en toekomstige zelf als twee losstaande zaken. En sommigen zien een volledige overlap. De mensen die meer samenhang ervaren tussen de huidige zelf en de toekomstige versie, vertonen minder uitstelgedrag.”
Een mogelijke oplossing voor studenten die lijden aan hopeloos voor zich uitschuiven, is je een afbeelding voor te stellen van zichzelf aan het einde van een semester. De studenten die zich verbinden met de gedachte van de toekomstige ik, stellen schoolzaken minder uit. ”Ze realiseren zich dan dat ze toekomstige zelf, daadwerkelijk zijzelf zijn die de zure vruchten van hun gedrag zullen plukken.”
Zeuren
Mijn toekomstige zelf zie ik graag als iemand die nét wat meer speling heeft voor haar Belastingaangifte, en in de tussentijd geen zeurend gevoel hoeft weg te stoppen. De professor tipt daarom zijn persoonlijke strategie: kies ervoor iets te doen, of gooi het weg. Zoals een e-mail.
Om dit te doen is het belangrijk dat je niet zegt ‘doe het gewoon’, dat is namelijk overweldigend.” Wat dan wel? ”Begin maar gewoon, en kijk dan hoe het loopt. En bedenk: volwassenen geloven vaak dat hun motivatie overeen moet komen met een taak. Ze zeggen dan ‘Ik ben niet in de stemming om dit te doen.’ Maar we vergeten dat het niet willen, niet betekent dat we iets niet kunnen of moeten doen.”