Hoewel het nog altijd beter is dan zelf met de auto door het land scheuren, zorgt ook het openbaar vervoer voor CO2-uitstoot. In drie provincies proberen ze dat aan te pakken door nieuwe waterstofbussen in te gaan zetten.
Minister Stientje van Veldhoven van Milieu en Wonen, gedeputeerde Floor Vermeulen van de provincie Zuid-Holland en gedeputeerde Fleur Gräper van de provincie Groningen hebben samen afgesproken de bussen in te gaan zetten.
Daarmee wordt een belangrijke stap gezet om te voldoen aan een afspraak uit 2016: vanaf 2030 moeten alle bussen in het openbaar vervoer zonder uitstoot rijden. Vanaf 2025 moet bovendien iedere nieuwe bus uitstootvrij gaan rijden. De waterstofbussen doen dat.
Nederland heeft nu al acht waterstofbussen, maar dat aantal moet dus flink uitgebreid worden. De bedoeling is dat er vijftig waterstofbussen bijkomen die uiterlijk in 2021 door Groningen, Drenthe en Zuid-Holland rijden. De eerste twintig bussen rijden volgend jaar al rond.
Waarom waterstof?
Waterstof kan een goede vervanger voor traditionele brandstoffen zijn, zeker in het openbaar vervoer. Waterstof belast het klimaat en de luchtkwaliteit namelijk niet, maar kan wel een flink eind rijden op een volle tank.
Een andere optie is natuurlijk een elektrische bus, en ook die rijden al in Nederland rond. Maar elektrische accu’s kunnen minder ver komen op een volle lading. Een combinatie van waterstof en elektriciteit kan wel een goede uitkomst bieden. Voertuigen met beide soorten brandstof kunnen namelijk ruim 400 kilometer rijden voordat de ‘tank’ leeg is.
Door meer waterstofbussen in te zetten wordt bovendien bijgedragen aan het plaatsen van waterstoftankstations. “Nu zijn er nog weinig tankstations voor waterstof, maar dat is natuurlijk een kip-ei verhaal. Deze 50 bussen gaan straks allemaal tanken. Dat kan net het zetje in de rug zijn dat rijden op waterstof nodig heeft”, aldus minister Veldhoven.
Eerste 20 naar het noorden
De eerste twintig bussen gaan in Groningen en Drenthe rijden. Die bussen zijn al besteld en ook de bijbehorende waterstoftankstations worden gebouwd. In de regio Emmen komen later nog eens tien extra bussen beschikbaar.
De andere twintig bussen worden in Zuid-Holland ingezet, maar komen dus later dan de eerste twintig in het noorden.