Vance

We verliezen de grip op de echte bioscoopervaring en dit is waarom

Een filmpje pakken was nog nooit zo makkelijk. Met je Unlimited Pathé kaart betreed je de immense bioscoop, scant je pasje, kiest je film en stoel en laat de bewijsstukken aan de controleur zien. “Fijne voorstelling!” roept hij je na, terwijl je gretig doorloopt naar de bioscoopzaal.

Daar is het dan. Je gaat zitten in de heerlijke rode plofstoel, zet je flesje water – die stiekem al in je tas zat – in de bekerhouder en checkt nog snel de laatste appjes. De telefoon uit – ok op stil dan. Je zet de hippe 3D-bril op je neus en de film begint. Meegezogen door de mooiste, kleurrijke CGI-beelden zit je binnen één seconde middenin de voorstelling met de meest ingrijpende sound effects op de achtergrond

Passief filmpje kijken

Dit is hoe wij film anno nu kennen. Alles is mogelijk. Maar écht film ervaren, dat doen wij niet. Wij zijn de passieve kijker, de ‘in and out’ bezoekers. Naar de film gaan is bijna hetzelfde als de boodschappen doen: er is niets bijzonders meer aan. Maar een filmpje pakken was niet altijd zo. Films kijken was ooit een waar spektakel, kijk maar naar de jaren ’20.

Je kapsel, je outfit, alles zat perfect. Tijdens de autorit of de wandeling ernaartoe voelde je de spanning al. Het aanschaffen van een kaartje bij het loket – het getik van de kassa terwijl je muntjes werden geteld: alles droeg bij aan de bioscoopervaring. Je kocht een drankje bij de bar en liep rustig de grote zaal in. Daar was het dan, dat indrukwekkende witte doek. De projector ging aan en langzaam werd de film beeld voor beeld uitgerold. Heel even was de zaal stil en toen begon het: de zwart-witte stille film onder de begeleiding van een live orkest. Pas eind jaren ’20 werden de eerste soundtracks opgenomen en afgedrukt op de rand van de film.

Terug naar de Roaring Twenties

Er is niet veel meer van de deze filmervaring over. We willen actie, geluid, special effects – een simpele 2D film maakt niet veel indruk meer. De ervaring van film? Die is verdwenen. Het mag niet meer tastbaar zijn. Het liefst willen we zelfs vergeten dat we ons in een bioscoopzaal bevinden. Zonde! Het is tijd om weer wat extra schwung in je bioscoopbezoek te brengen.

Ik maakte anno nu de spectaculaire filmervaring van vroeger mee. Ik kocht mijn kaartje bij een loket – met een daadwerkelijk mens erin – en op het podium stond een prachtig donkerhouten pianovleugel. De zaal leek afkomstig uit de jaren ’20 en de sfeer was puur. Mannen in pak en vrouwen in hun mooiste jurkjes. Iedereen kletste er op los tot de film werd aangekondigd: “Wij gaan de klassieker ‘Sunrise’ kijken van de Duitse regisseur F.W. Murnau. We kijken de film hier zoals ze dat in 1927 deden, in een zaal die in ere is hersteld.”

Het is vanavond de heropening van een oud filmtheater in Leiden, het Trianon theater. Dirk van Delft noemde het niet zonder reden het “Tuschinski aan de Breestraat.” Trianon opende haar deuren voor het eerst in 1927 en is nu volledig gerenoveerd naar de stijl van toen. Van de filmposters aan de muur, tot de hypnotiserende avant-garde vloerbekleding – alles ademt de twenties. Je drankje drink je uit een glas, zoals het heurt, en je kijkt voor de film begint niet naar je smartphone maar praat met je buurman of buurvrouw.

De échte filmervaring

Ik waan mij even in 1927. Pas als de film begint, hoor ik het tokkelende geluid van een piano. Wat volgt is een prachtig klassiek pianospel dat je meeneemt in het verhaal. Ondanks het gebrek aan kleur en ingewikkelde sound effects, geniet iedereen volop. Soms wordt er gelachen omdat iets – door het gebrek aan geavanceerde filmtechnieken – er best wel belachelijk uitziet. Maar vaak ook oprecht, omdat het verhaal en de humor herkenbaar zijn.

Ik realiseer mij opeens dat niet alles top notch hoeft te zijn om je te verliezen in een verhaal. Soms is het juist goed dat iets tastbaar is, dat je daadwerkelijk aanwezig bent tijdens het kijken van een film. Elk moment leeft naar het spektakel van de film toe, de muziek is live en je bent je bewust van de mensen om je heen. Wij lijken dat gevoel van film verloren te zijn. Iedereen heeft de hele dag een scherm voor zich, waarom zou de bioscoop dan nog bijzonder zijn? Precies dat is het probleem. Van je bank af en trek je jas aan, het is tijd om filmbezoek weer speciaal te maken. De eerste stap is alvast gezet: het aantal filmbezoekers stijgt de afgelopen jaren zelfs.

Stomme film anno 2017

Wil jij ook een keer film kijken op de ouderwetse manier? Ik ben duidelijk niet de enige filmfanaat. De authentieke bioscoopervaring uit de twenties rukt weer op. Dit jaar organiseerde Den Haag bijvoorbeeld het Sounds of Silence festival waarbij alles draait om de stomme (stille) film en live orkesten. En morgen viert het Brabantse filmtheater Liga in Oss zelfs haar jubileum met een filmvertoning van Hitchcock’s “The Lodger” onder begeleiding van live muziek.

De goede voornemens voor het nieuwe jaar lijken nu al begonnen. Komend voorjaar organiseren namelijk Filmmuseum EYE en het Muziekgebouw drie hoogtepunten uit de bloeiperiode van de zwijgende film. Hier zal eveneens “Sunrise” maar ook “Blackmail” (1929) van Alfred Hitchcock te bewonderen zijn. De grote meneer Hitchcock zei ooit niet zonder reden: “Als het een goede film is, kan het geluid uit en heeft het publiek toch een helder idee van wat er gebeurt.” Tijd om eens écht naar de film te gaan: doe je mooiste das om, of trek je little black dress aan en bewonder het spektakel dat Film is (met hoofdletter ‘F’ dus).