Op het dieptepunt van zijn smartphoneverslaving zaten Wouter van Noort en zijn vriendin zwijgend naast elkaar op de bank, beiden verzonken in hun smartphone. Wouter: “Er is niets mis met onze relatie. Waarom zaten we dan naar een scherm te staren en hadden we geen goed gesprek?”
Over die vraag schreef de tech-journalist het boek ‘Is daar iemand? Hoe de smartphone ons leven beheerst’. Het leest aanvankelijk als een luchtig zelfhulpboek van iemand die wetenschappelijk onderbouwde stappen onderneemt om af te komen van zijn obsessieve schermgedrag. Naarmate het boek vordert, herkennen we het beeld van een hele generatie die niet in het hier en nu leeft maar continu met zijn hoofd zit bij andere zaken: verlokkelijke apps en pushberichten.
Collectieve verslaving
Het is een rare gewaarwording te worden geïnterviewd, vindt Wouter (31). Als journalist zit hij meestal aan de andere kant van de tafel. Eerst als redacteur voor Elsevier en de NOS en nu al twee jaar
Dat ‘iets’ is een collectieve verslaving die meester van ons lijkt te maken. Op straat, in het verkeer – zelfs seks en werk kunnen niet zonder ons verlengstuk dat we gemiddeld 264 keer per dag bij de hand nemen. Maar waarom? Wouter vertelt over de technologiebedrijven in Silicon Valley – Facebook, Twitter, Instagram – die er baat bij hebben ons verslaafd te maken en houden. En de smartphone? Dat is het ‘dopaminepompje’ waarmee ze ons bedienen.
Op het thuisscherm van Wouters smartphone staan in tegenstelling tot een jaar geleden nog maar een stuk of acht apps – voornamelijk voor werk en mentale rust, zoals meditatie-app Headspace. Het superverleidelijke Facebook is nergens te bekennen. Het schrijven van het boek heeft dus zijn vruchten afgeworpen, zou je zeggen. Wouter: “Helaas. Soms lijkt het zelfs erger te worden.” Een van de apps die hij laat zien is Moment, dat nauwkeurig bijhoudt hoeveel tijd hij besteedt aan zijn geliefde smartphone. Op een goede dag is dat zo’n 2 uur. En een slechte? 6 uur en 2 minuten (inclusief Spotify en tv-kijken via de Chromecast).
Minimaliseren
Het obsessieve gedrag van veel mensen met hun smartphone is nog lang niet verdwenen, maar er is wel sprake van een keerpunt, zegt Wouter. “Mensen constateren massaal dat ze écht vaak op het ding zitten, meer dan ze willen. In reclames worden mensen opgeroepen het ding (de smartphone, red.) weg te leggen en met elkaar een bordspel te spelen. We lijken ons bewust te worden van de gevaren van de smartphone: het is te veel, obsessief en overheersend.”
Hoewel ook lichtelijk obsessed met zijn telefoon, probeert Wouter te leven naar minimalistische maatstaven. “In mijn kledingkast en ook de inrichting van mijn huis kijk ik steeds meer naar de kwaliteit van spullen en wat het me brengt. Onze generatie is altijd aan het twijfelen maar dat komt voor een deel door het overaanbod. We ervaren een hang naar simpelheid en duidelijkheid, niet een overdaad aan spullen en opties: de kern waar het ongemak met de smartphone vandaan komt.”
Alternatief zelfhulpboek
Wouter zegt dat één van de dingen die hij heeft geleerd met het schrijven van het boek is dat ontkoppelen belangrijk is. “Je hebt tijd nodig om niet bezig te zijn. Gewoon even na te denken over het leven: je carriere en vriendschappen. Dingen die er toe doen.”
Hoewel Wouter de strijd met zijn smartphone alsnog ‘vreselijk’ noemt, is er ook lichte voortgang te zien. Hij is bewuster van zijn gebruik en kan inmiddels zijn smartphone wegleggen als hij rust wil. “Mijn vriendin en ik hebben échte wekkers gekocht en nemen de smartphone niet meer mee naar de slaapkamer. Ook op vakantie blijft hij thuis.”
Toch moet hij eerlijk zijn. “Bij stress en drukte ben ik makkelijk afgeleid ben en zit ik zo weer uren op dat ding te swipen. Het klinkt zwak dat toe te schrijven aan al die technologiebedrijven die je met allerlei trucjes proberen terug te lokken, maar je merkt wel hoe super verleidelijk dat ding blijft.” Lachend: “Zelfs al heb je verdorie net een boek geschreven over alle schaduwkanten. In die zin is het een raar zelfhulpboek. Het heeft ideeën en handvatten hoe te minderen maar de schrijver is daar zelf niet echt in geslaagd.”
Het boek ‘Is daar iemand?’ van Wouter van Noort is nu te koop.