Je afvragen of dyslexie wel bestaat? Da's geen oplossing, hoogleraren

Nu aan het lezen

Je afvragen of dyslexie wel bestaat? Beste hoogleraren, dat is niet de oplossing voor het probleem

Je afvragen of dyslexie wel bestaat? Beste hoogleraren, dat is niet de oplossing voor het probleem

“Ik vraag me zelfs af of dyslexie wel bestaat”, zegt hoogleraar dyslexie Anna Bosman vanochtend tegen het AD. En ik moet eerlijk zeggen dat ik geraakt werd door die uitspraak. In mijn omgeving ken ik mensen met dyslexie. En bij mijzelf is, toen ik een jaar of 14 was, vastgesteld dat ik gelukkig niet dyslectisch ben, maar wel problemen heb met “elementen van dyslexie”.

Zo’n uitspraak van Bosman raakt mensen met dyslexie persoonlijk. Juist omdat er op scholen en in de omgeving van mensen die last hebben van dyslexie regelmatig weinig begrip is voor hun situatie.

Het haalt bij mij de herinneringen boven aan de avonden waarop ik knetterhard heb zitten leren voor een schriftelijke overhoring Frans en vervolgens toch weer een 1 haalde. Naar die keer dat mijn moeder naar een ouderavond ging om met mijn docent Duits te praten om mijn situatie toe te lichten, en dat hij na een gesprek van een kwartier bij het afscheid de woorden sprak: “Maar toch heeft hij niet geleerd.”

Gebrek aan begrip

In mijn geval focust de problematiek zich voornamelijk op vreemde talen. Los van het feit dat ik moeite heb om droge feiten in mijn hoofd te stampen (woordjes, jaartallen etc.), heb ik een probleem met de relatie tussen een klank en woordbeeld. Terwijl ik inmiddels goed ben in Engels, heb ik soms geen idee hoe ik een woord uitspreek of schrijf. Mijn hersenen leggen de link simpelweg niet, zo is onderzocht toen ik op de middelbare school zat.

dyslexie

In het Nederlands heb ik hier gelukkig nauwelijks last van, al moet ik soms een moeilijk woord opschrijven en kom ik er zonder hulp van Google niet uit hoe ik het schrijf (zo schreef ik ‘dyslectisch’ in dit stuk net als ‘dyslecties’, wetende dat het fout is maar niet wat er dan precies fout is). Bij het leren van vreemde talen is dit voor mij een groot probleem. En tijdens mijn middelbare schoolperiode heb ik vaak te maken gehad met een chronisch gebrek van begrip door leraren voor mijn probleem.

Datzelfde gevoel krijg ik nu ook een beetje van de wetenschap. Drie hoogleraren zeggen in het AD dat steeds meer kinderen de diagnose dyslexie en dyscalculie krijgen als het gevolg van slecht onderwijs. Met de kinderen is niets aan de hand. “Er wordt gewoon te weinig geoefend” en “ze moeten gewoon weer stampen” zeggen zij.

Doorslaan

Nu geloof ik best dat de diagnose nu misschien wel te snel wordt gesteld. Net zoals een druk kind wel heel snel de stempel ‘ADHD’ krijgt tegenwoordig. Onze maatschappij zit inmiddels in een soort luxepositie waarin we allerlei labels hebben voor kinderen die ergens problemen mee hebben en afwijken van de norm. Dat heeft goede kanten: meer aandacht, hulp en begrip. Tegelijkertijd kun je je soms afvragen of we niet doorslaan.

Wat dat betreft vind ik het helemaal niet gek dat de hoogleraren in het AD vraagtekens zetten bij de diagnose dyslexie die steeds meer wordt gegeven – overigens gaat het in het artikel ook over dyscalculie. En ook ik geloof dat het onderwijs beter kan op dit vlak. Maar ik denk dat je daarbij niet het bestaan van de problemen in twijfel moet trekken, maar juist uit moet gaan van het feit dat kinderen problemen hebben.

dyslexie

Meer stampen was voor mij niet de oplossing. Je kon mij op de middelbare school wel lijstjes woorden mee naar huis geven, maar het was zinloos. Al mijn huiswerktijd ging in de vreemde talen zitten om vervolgens elke keer weer gedemotiveerder te raken door de zoveelste 1 (geloof me, het waren er heel veel). Terwijl tweederde van de woordjes op een overhoring goed hebben in mijn geval eigenlijk een prima prestatie was.

Opgeven is geen optie

Uiteindelijk heb ik mijn Engels na de middelbare school geleerd door veel met de taal bezig te zijn. Door veel te lezen, te kijken én te luisteren (Engelse series kijken met Engelse ondertiteling is daarbij een uitkomst omdat het mij helpt de link te leggen tussen klank en woordbeeld, waar bij mij de kern van het probleem zit). Een deel van de manier waarop ze mij op school Engels probeerde te leren (woordjes stampen) was gewoon niet geschikt voor mij.

En laat ik vooropstellen: opgeven is niet de optie. Stoppen met een poging doen om mensen iets te leren die problemen hebben of kinderen daarom iets niet laten leren, is in mijn ogen niet de oplossing.

Ik kan me dan ook vinden in de woorden van hoogleraar Ben Maassen in het AD: “De praktijk is nu dat kinderen met dyslexie minder hoeven te lezen en te spellen, terwijl ze juist méér moeten oefenen.” Maar daarbij is het vooral goed om te kijken hoe. Hoe help je een kind, welke leermethode past bij hem/haar, hoe motiveer je iemand. Iemands probleem ontkennen of bagatelliseren is namelijk het meest demotiverende wat er bestaat, kan ik je uit eigen ervaring vertellen.

Elger van der Wel woont in Utrecht. Hij schrijft op Vance over uiteenlopende onderwerpen.

Meld je aan voor de nieuwsbrief.