Nu aan het lezen
Uit de keren dat ik en mijn vrienden zeggen dat we blij zijn als kind níet te maken te hebben gehad met Facebook-likes, Instagram-followers en Snapchat-filters, kun je niet opmaken dat we jong zijn.
Enigszins zurig bespreken we 21e-eeuwse perikelen terwijl we onze nieuwsfeed doorscrollen en nog maar eens zuchten wat de nadelen zijn van constant bereikbaar zijn. Maar voor kinderen is het pas écht erg claimen we: die weten niet beter.
Ironisch, want dat wij als jonge hertjes alleen maar buitenspeelden, is een fabeltje. We waren immers druk met het beleven van de hoogtijdagen van Rollercoaster Tycoon, The Sims en later Habbo Hotel. Om maar niet te spreken van jou en je onafscheidelijke Tamagotchi en walkie-talkies die keer op keer niet bleken te werken.
Vroeger. Vroeger was niet alles beter. Zeker niet in de eindeloze zomers als het op zolder – waar de enige computer stond – heet was en mijn Sims familie langzaamaan depressief werd omdat ik niet in hun dagelijkse behoeften kon voorzien.
Maar terwijl zij de hele dag in een te lelijk ingerichte woonkamer vegeteerden, was ik wel bezig met iets belangrijks, blijkt nu. Totaal niets doen en je vervelen was lang ondergewaardeerd, totdat ik het miste.
Want een beetje rondhangen zonder echt iets te doen is een geweldige manier om na te denken over zaken waar normaal gesproken geen ruimte voor is. Je vervelen, motiveert je iets te doen uit pure nieuwsgierigheid zonder er een doel aan te koppelen.
Daarom, voor een zomerse dag zoals ‘vroeger’, wat tips die ik las in dit artikel van Wired om verveling voor (het kind in) jou weer terug te krijgen. En omdat cold-turkey analoog vermaak wat heftig is, zijn dit suggesties waarbij je technologische apparaten níet weg hoeft te stoppen.
Raspberry Pi is een mini-computer die je kan instellen om dingen te programmeren. Samen met de Arduino processor kan je coole dingen bouwen, zoals een spel waarbij je met behulp van drie knoppen verborgen plekken moet vinden. Naarmate je dichterbij een spot komt, gaat het LED lampje heftig knipperen. Het resultaat: een fraaie tekening.
In deze video laat de auteur van Wired zien hoe hij het spel maakte. Zijn lol werkt aanstekelijk. Maar als je nog niet klaar bent voor dit tech-werk, is het meer interessant om jezelf te leren coden.
Ik doe dit via laagdrempelige cursussen van de online Code Academy in gestolen uurtjes, maar er zijn tal van andere opties waarmee je je tijd kan vullen.
Wired raadt Hour of Code aan, met name voor jonge beginners. Het is programmeren op een visueel aantrekkelijke manier zodat je bovenstaande game makkelijk kan maken. Het nadeel is alleen dat jij – of je kind – nog steeds naar een computerscherm staren.
Zeker als je je wilt ontwikkelen op tech-vlak (ik) kan onbekende materie perfect zijn voor wat uurtjes verveling. Een goede basis is om eerst iets uit elkaar te halen. Dat kan in de eerste plaats lastig zijn omdat je niks duurs of waardevols wilt breken.
Ten tweede kan het ook heel gevaarlijk zijn. Toch is er genoeg dat rondslingert in je huis waar je mee uit de voeten kan. Wat dacht je van een ouderwetse telefoon? Let wel op met de schroevendraaier – keuvelen en knutselen moet niet leiden tot verwondingen.
Maak een bordspel of bedenk een spel waarbij je een bal moet gebruiken. Kinderen zijn gek op knutselen, dus pak wat je thuis hebt liggen. Bouw een zaklamp met batterijen, een LED en een rol van je keukenpapier. Voeg ducttape toe, gewoon omdat het kan.
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.