Nu aan het lezen
Onze favoriete stuck-up, half-witted, scruffy-looking nerf herder heeft opnieuw zijn weg naar de bioscoop gevonden. Nu is dat in de vorm van zijn eigen spin-off-film: Solo: A Star Wars Story. De film is op veel punten geen klassieke Star Wars-film, maar zeker wel de moeite waard.
Om direct maar met de deur in huis te vallen: nee, dit is geen Star Wars-film zoals je hem gewend bent. Er zijn geen Jedi of Sith, geen lightsabers, geen gevecht tussen goed en kwaad en er wordt niet over The Force gesproken.
In plaats daarvan krijgen we meer een western-achtige film die zich toevallig in de ruimte afspeelt. Maar dat maakt de film niet minder leuk. Het is eigenlijk wel verfrissend om eens een andere kant van het universum te zien.
Solo: A Star Wars Story staat of valt met het acteerwerk van Alden Ehrenreich, die nu voor het eerst de rol van Han Solo vertolkt. Daar bleken tijdens de productie van de film wel een paar problemen mee te zijn. Er werd bijvoorbeeld een acteercoach ingehuurd voor Ehrenreich, omdat zijn acteerwerk niet genoeg leek op dat van de originele Han, Harrison Ford.
Het is maar goed dat die coach er bij is gekomen, want het heeft duidelijk gewerkt. In de eerste paar minuten van de film moet je even schakelen, omdat het natuurlijk een nieuw gezicht is. Maar Ehrenreich vertolkt de rol geweldig. Hij heeft dezelfde lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen als Ford had in deze rol, maar wel op zijn eigen manier. En daardoor wordt de film des te geloofwaardiger. Het enige wat ik mis is het typische scheve lachje van Ford, maar je kunt natuurlijk niet alles hebben.
Overigens is het acteerwerk van de andere acteurs ook geweldig. Donald Glover zet een prachtige performance neer als Lando Calrissian. Woody Harrelson en Paul Bettany stellen vrijwel nooit teleur en doen dat nu ook zeker niet. En ja, ook Emilia Clarke die de rol van Qi’ra op zich neemt doet het geweldig. Bovendien is de chemie tussen haar en Ehrenreich meer dan goed.
De film beantwoordt verder vragen die je jezelf misschien nooit eerder had gesteld. Hoe komt Han Solo bijvoorbeeld aan zijn naam? Hoe ontmoette hij Chewbacca? En hoe heeft hij de Kessel run gehaald in minder dan 12 parsecs (wat overigens geen tijdseenheid is, maar een afstand).
De film beantwoordt al deze vragen en meer. Zo zie je ook waar Han nu eigenlijk vandaan komt. En dat blijkt misschien iets minder interessant of heldhaftig dan je zou denken. Hij is een jonge crimineel op een donkere planeet genaamd Corellia, waar hij auto’s en brandstof steelt en met zijn vriendin Qi’ra zoent.
Op dat moment is hij nog niet de cynische stuck-up, half-witted, scruffy-looking nerf herder uit A New Hope. Nee, hij is een jonge vent met dromen. Hij wil piloot worden. Uiteindelijk weet hij te ontsnappen uit Corellia en meldt hij zich aan voor de Imperial Academy, om vervolgens weg te rennen uit het leger.
Qi’ra gaat ondertussen aan de slag voor een gangster genaamd Dryden Vos. Han en Qi’ra ontmoeten elkaar vervolgens weer in het penthouse van Dryden, nu hij onderdeel is van een groep dieven. En die groep komt zaken doen met Dryden. Dan begint het avontuur eigenlijk pas echt.
Solo: A Star Wars Story neemt zichzelf niet al te serieus, maar geeft je wel alle informatie en toffe scènes die je graag in een film zou willen zien. Daardoor heb je vooral heel erg veel lol met de film. En natuurlijk zitten er ook de nodige nostalgische momenten in.
De film bevat verder een hoop actie die je op het puntje van je stoel houdt, en bevat een reeks minder grote karakters waar je snel van gaat houden. Denk bijvoorbeeld aan de ietwat radicale robot L3-37 die een complete robotopstand begint.
Natuurlijk zijn er ook wat minpunten te vinden in de film. Zo had ik graag gezien hoe Han het deed op de Imperial Academy, waar je nu helemaal niets van ziet. Ook had de laatste wedstrijd waarmee Han de Millennium Falcon wint iets uitgebreider mogen zijn.
Daarnaast is het begin van de film niet zijn sterkste punt. Hier zie je dat Ehrenreich nog wat moeite heeft om echt in de rol van Han en Harrison Ford te kruipen. Maar zodra die scène voorbij is, zit je er ook echt in en is de film alleen maar leuk.
Solo: A Star Wars Story bevat echter wel een paar elementen die vooral de echt grote fans herkennen. Kijk je alleen de films – wat natuurlijk helemaal prima is – dan zul je misschien een paar vragen hebben.
Zo komt er aan het einde van de film een karakter terug van wie je waarschijnlijk dacht dat hij dood was. Maar nee, in de geanimeerde series Star Wars: The Clone Wars en Star Wars: Rebels zie je dat dit karakter leeft en hoe hij eerdere gebeurtenissen overleefd heeft. Een gemiddelde fan die alleen de films ziet, zal zich echter wel even achter zijn oren krabben.
Daarnaast hebben de schrijvers duidelijk naar Legends gekeken; de boeken en andere content over Star Wars die niet onder het canon vallen. Zo zien we The Maw langskomen, een cluster aan zwarte gaten rond Kessel. Voor veel fans zullen de Legends-referenties weinig toevoegen, maar de grote fans die (bijna) alles gelezen en gezien hebben, zullen dit een leuke toevoeging vinden.
Solo: A Star Wars Story is dus geen typische Star Wars-film als je het over elementen als de Jedi en The Force hebt. Maar qua gevoel is dat het zeker wel. Het geeft je namelijk eenzelfde gevoel als A New Hope en Empire Strikes Back (al waren die films kwalitatief gezien beter).
En dat is knap als je bedenkt hoeveel problemen de film heeft gehad. Er werd zelfs een nieuwe regisseur ingehuurd, die 70 procent van de film opnieuw heeft gefilmd. Maar daar merk je uiteindelijk helemaal niets van. Regisseur Ron Howard verdient daar dus wel een applausje voor.
Solo: A Star Wars Story laat je vooral genieten van Han Solo in een Western in de ruimte. Er is ruimte voor humor, ruimte voor serieuze onderwerpen en vooral veel ruimte voor Han om de man te worden die we kennen uit A New Hope.
De film is leuk, spannend en goed in elkaar gezet. Ondanks een paar kleine minpunten, is het vrijwel onmogelijk om niet van deze film te houden.
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.