Nu aan het lezen
Election days are coming, en het zijn een keer niet de Amerikaanse gemoederen die ons bezig (horen te) houden. De Tweede Kamerverkiezingen staan over een maand voor de deur. Een prima moment om je te verdiepen in je rechten én plichten als burger op 15 maart.
Zo loont het te lezen waar partijen voor staan, los van de stellingen die Kieswijzers je voorleggen. En zijn er een aantal mogelijkheden waar jij gebruik van kan maken om te zorgen dat vrouwen nu écht meer worden vertegenwoordigd in de politiek. Daarbij zijn de komende verkiezingen en manier om te onderzoeken hoe het met je idealen is gesteld. Stemmen we puur strategisch of is er iets dat zwaarder weegt dan ‘de grootste’ te zijn?
Een vrij schrikbarende constatering is dat ongeacht ons stemgedrag, de Tweede Kamer voor tweederde zal bestaan uit mannen, veelal afkomstig uit de Randstad en van middelbare leeftijd. Tenzij de kiezers met voorkeursstemmen anders beslissen, schreef Trouw in Januari al op basis van een onderzoek.
De verhoudingen op de kieslijsten wijken dus flink af van het maatschappelijk gewenste. Een derde vrouw? Not bad, zou je kunnen stellen. In cijfers ziet dit er echter behoorlijk ongelijk uit: zo’n 50 vrouwen op 150 mannen. Heus, mannen kunnen vast prima een land besturen, maar toch zeker niet beter dan vrouwen.
Dus welke partij doet het wél goed? Het antwoord is meerdere. Diverse politieke partijen maken zich sterk voor een gelijke verdeling binnen hun partij. Maar: nagenoeg elke fractie heeft een man op nummer één staan, steevast gevolgd door een vrouw. De partij met het grootste aantal verkiesbare vrouwen op de lijst is de Partij voor de Dieren: zo’n 60 procent. De Partij van de Arbeid en GroenLinks volgen de partij op de voet.
Het effect van de ongelijkheid in sekse is dat het er ook niet aantrekkelijker op wordt voor vrouwen om op de apenrots te klimmen. Evolutionair psycholoog Marinka Lipsius noemde het een mismatch in ons oerbrein: alsof een vrouw en leiderschap niet samen zouden kunnen zijn.
“Maar in de huidige context kunnen we vrouwelijke leiders juist goed gebruiken. Die mismatch kunnen organisaties overigens wel opheffen door de context te veranderen. Door waarden als samenwerking en empathie centraal stellen in je organisatiecultuur, creëer je meer ruimte voor vrouwelijke leiders.”
Wat nog meer blijkt uit het onderzoek naar de diversiteit van de kieslijsten anno 2017, is dat de leeftijd van de gemiddelde kandidaat bijzonder hoog ligt. De Limburgse Rens Ramaekers (26) van D66 is de jongste. Alhoewel, de Partij voor de Dieren heeft een 16-jarig scholiere op de kieslijst staan. Mocht zij succes behalen, dan kan ze vanwege haar leeftijd de zetel helaas niet in ‘ontvangst’ nemen.
Ouderen zijn vertegenwoordigd. Uitschieters zijn het CDA met de 73-jarige Zeeuwse Leny Geluk. 50Plus heeft de oudste kandidaat: oud-staatssecretaris Martin van Rooijen (74).
Je kan je voorstellen dat de slechte vertegenwoordiging van leeftijdscategorieën ervoor zorgt dat er buitengewoon veel aandacht is voor zaken als pensioenen van de vorige generatie. Belangen van studenten of starters met tijdelijke contracten die de moeilijke woningmarkt betreden, worden hiermee weinig vertegenwoordigd.
We krijgen dan ook een politieke vertegenwoordiging die een groot deel van de samenleving niet reflecteert. Of, zoals je het ook kan benoemen: we krijgen een Tweede Kamer met veel bestuurlijke ervaring. That’s one way to put it.
Nederlandse Tweede Kamerkandidaten zijn dus weinig jong, noch erg divers in sekse. Hoe zit het met de diversiteit op andere vlakken? Nou, behoorlijk oké.
Op één punt lijken de lijsten een redelijke afspiegeling van de samenleving: van de kandidaten heeft 9 procent één of meer ouders uit een niet-westers land, terwijl deze groep 11 procent van de bevolking uitmaakt.
Met de lijst van de nieuwe politieke partij DENK verdubbelt zo’n beetje het aantal kandidaten met een migratie-achtergrond voor de Tweede Kamer. DENK heeft er 15 op de lijst staan, dat is 83 procent van de kieslijst. Daarna volgt PvdA met 20 procent. Bij SGP en de Partij voor de Dieren kom je geen mensen met een multiculturele achtergrond tegen. 50Plus heeft twee kandidaten met een migratie-achtergrond op de lijst.
Qua afkomst is verder duidelijk dat 56 procent van de kandidaten uit Noord-Holland, Zuid-Holland of Utrecht komt, aldus BNR. Hoewel dat klinkt als veel, woont ook bijna de helft van de Nederlandse bevolking in die drie provincies. GroenLinks en D66 zijn de meest Randstedelijke partijen. 68 procent van hun kandidaten komt uit die drie provincies. Het CDA is het meest verspreid over het land.
Bijzonder: zelfs de PVV, die zich tegen de gevestigde politieke orde afzet, is net zo randstedelijk (65 procent) als de meeste andere partijen (gemiddeld 62 procent). Wel is de PVV minder academisch dan de rest, met ‘slechts’ 54 procent kandidaten die aan een universiteit studeerden.
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.