Nu aan het lezen
De wereldwijde toename van kinderen met bijziendheid wordt vaak gewijd aan de uren die ze voor een beeldscherm doorbrengen. Maar het gebrek aan tijd in de buitenlucht is misschien het echte probleem, schrijft New Scientist.
Bijziendheid is een veel voorkomende visuele aandoening in de meeste welvarende landen. Er is een enorme piek te zien in bepaalde delen van Azië, zoals in Singapore. Zo’n 80 procent van de jongvolwassenen daar lijdt aan de aandoening.
Over de vraag hoe er zo’n stijging van het aantal gevallen kan zijn, buigen experts zich al jaren. Omdat het vaker voorkomt in landen waar kinderen meer onderwijs genieten, was de voor de hand liggende conclusie dat de ontwikkeling van het oog kan worden aangetast door te veel te lezen. Maar zo simpel is het niet.
Uit studies blijkt dat hoe minder kinderen buitenspelen, des te groter de kans is bijziend te raken. Dit soort bevindingen wekken de suggestie dat niet boeken of computers schadelijk zijn, maar het gebrek aan kijken van een afstand.
“Een jager-verzamelaar zou vroeger veel tijd hebben besteed aan dingen van een grote afstand te bekijken, en niet iets van dertig centimer”, legt Billy Hammond uit, een neurowetenschapper aan de University of Georgia.
Toch is buitenspelen nog niet gegarandeerd de oorzaak van de aandoening: sommige onderzoeken denken dat de helderheid of kwaliteit van het buitenlicht de reden zijn. Maar voor nu zijn regelmatige doses buitenspelen het best om bijziendheid te voorkomen. Het heeft hoe dan ook tal van andere voordelen.
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.