Nu aan het lezen
Hannah (24) is stagiair bij een klein mediabureau in Amsterdam. Het is een nog jong bedrijf waar zij de communicatie verzorgt. Ze heeft het naar haar zin: de lunch is goed, de locatie beter, maar het gebrek aan fulltime mensen in dienst maakt het werken lastig. “Je merkt dat mensen zich minder inzetten voor het bedrijf. Niet gek ook, het is niet het enige project dat ze hebben lopen.” Elke dag is het een komen en gaan op Hannahs werkplek met als enige vaste spil: de stagiaires.
Het verhaal van Hannah is het verhaal bekeken van de andere zijde van de freelance-economie: een waarbij ook het handjevol vaste lieden – stagiaires, een enkele personeelsdrenkeling – niet kan rekenen op de continue aanwezigheid van een ander persoon.
De zzp’ers in kwestie hebben uiteenlopende redenen zich niet te ketenen tot één bureau. Vrijheidsdrang, bijvoorbeeld. Schrijver Herman Koch schrijft in zijn boekenweekgeschenk over ‘dat deel van de mensheid dat alles op alles zet om zichzelf maximaal te verwezenlijken’. Mensen die geen genoegen nemen met hetzelfde uitzicht elke dag en gruwen van ‘vakanties met een gezinsauto naar de Franse camping’.
Nee, dan liever living life to the max. Carpe diem. Live everyday like it’s your last en meer van soort dooddoeners waar Action, Xenos en Riviera Maison patent op lijken te hebben. Deze vooroordelen, of valse romantische denkbeelden, voeren de boventoon in de discussie wie die freelancers nu zijn.
Net zoals Kochs woorden toebehoren tot een roman, zijn alle coole imago’s slechts de helft van het antwoord op wie een zzp’er nu is. Vast staat dat je niet elke dag met een grote smile ‘en garde’ roept tegen je laptop. En dat niet elke digital nomad zich te goed voelt voor kamperen op de Franse heide, lijkt evident. Iets dat overigens ‘vroegah’ heel gewoon was. Net zoals het uitzicht vanuit je kantoor. Grijs, fantasieloos maar wel lekker hetzelfde.
Een fabeltje dat we langzaamaan kunnen doorprikken is dat het heldhaftig is om te kiezen voor jezelf. In de praktijk zit je vaak niet alleen maar op je zolderkamertje geniale dingen te bedenken. Nee, je komt over de vloer bij opdrachtgevers of hebt regelmatig digitaal contact. Dan is dat coole riding solo aspect opeens best lastig te rijmen.
Een bekende lifestyle journalist wijdde onlangs een blogpost aan het feit dat de eindredacteur van haar werk pas na één jaar voor het bedrijf te hebben gewerkt in levende wijze naar kantoor kwam. For all they know had hier een Catfish kunnen plaatsvinden of was er een tweekoppig monster naar voren gekomen die op hese toon had gezegd: ‘It’s me, your worst nightmare.’
Het gevolg van niet louter solo-werken maar ook niet de spil zijn van een vast team, is een sluipende identiteitscrisis. Redenen daarvoor zijn a. meerdere opdrachtgevers b. geen vaste kring collega’s en c. taken die gedurende de dag voortkabbelt, veranderen. Van CEO tot lunchdame, en barista tot administratief medewerker: je bent het allemaal. Deskundigen waarschuwen daarom steeds vaker dat het zzp’en op andere terreinen veeleisend is dan een gewone baan. Zo heb je op de werkvloer een gedefinieerde rol. Een marketingmanager is geen administratief medewerker, en vice versa.
Maar als je freelancer bent, moet je al deze verschillende rollen vervullen. Sommigen daarvan zullen misschien niet passen bij je natuurlijke karakter, dat kan behoorlijk stressvol zijn. De verantwoordelijkheid rust volledig op jouw schouders, zegt de Britse carièrrecoach Sherridan Hughes.
Freelance journalist Franka Hummels schrijft in haar Volkskrant-artikel Vogelvrij, de valse romantiek van het zzp-bestaan over niet een zelfgekozen maar toebedeelde rol als zzp’er door de maatschappij. Een van werkloze sloeber die eigenlijk niet kan leven van haar beroep. Franka krijgt steevast op elk feestj de vraag: maar waar lééf je dan van? Franka: “Uhm nou, dat zeg ik dus net: van mijn werk.”
Wat blijkt: het feit dat we dan wel elk koffietentje bevolken, zorgt er niet voor dat er nog steeds begrip is over het leven van de ruim 1 miljoen zzp’ers. Dat leidt tot slecht beleid én scheve verhoudingen, aldus de journaliste.
Het negatieve gevolg van enigszins haperende verhoudingen op de werkvloer – of met je opdrachtgever, heeft een naam: flexisme. Daaronder worden alle negatieve gevolgen geschaard van flexibele arbeidsrelaties. Flexisme geldt voor mensen met een tijdelijk contract maar die lijn is eenvoudig door te trekken naar freelanceschap: ook onzeker, tijdelijk en en met een andere rol-invulling dan vast personeel.
Sommige bedrijven handelen naar deze verschillen. Zo is er bekend van bepaalde uitgeverijen in de mediawereld dat ze op niet subtiele wijze duidelijk willen maken dat je een echte zzp’er bent door een stop te hanteren bij bedrijfsborrels- en uitjes.
Dat flexisme zorgt voor meer dan een vernieuwde etiquette, blijkt uit onderzoek. Het leidt tot anderebehandeling, er niet helemaal bijhoren en zelfs niet mee kunnen praten bij een belangrijke vergadering. Prof. dr. Monique Kremer, medewerker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) vertelt in het onderzoek Voor de zekerheid dat die uitsluiting vaak subtiel van aard is. Zo zei een van de geïnterviewden: ‘Je merkt het als je weggaat na afloop van een project. Een vaste collega krijgt bij zijn afscheid een uitgebreide borrel en feestje en zo, maar tijdelijke krachten mogen het zelf regelen.’
Eerder hadden we het over de mythe dat zzp’ers vrij zijn. Hoe frappant is het dan dat onder zzp’ers, en dan met name hoger opgeleiden, veel mensen zeggen dat ze weinig (durven) in te brengen in de bestaande werkprocessen. Innovatie? Daar komen ze niet aan toe. Opdrachtgevers, of dat nu bedrijven zijn of particulieren, willen vaak het onderste uit de kan. Dat leidt niet tot vernieuwing maar tot herhaling, zeggen ze.
Ondernemer ben je 24/7. Grenzen tussen werk en privé zijn poreus. Reden voor een burn-out, zeggen experts. Maar in een reeks interviews voor deze serie bleek dat niemand van de zzp’ers een heldere scheidingslijn te hebben tussen werk en privé. En hoewel dit soms problemen veroorzaakt (een boze partner), levert het vaker goede momenten op.
Dat komt overeen met de uitkomsten van een grootschalig onderzoek: zelfstandig ondernemers melden meer dan werknemers bevlogen te zijn in hun werkzaamheden. Bijna 75 procent zegt regelmatig helemaal op te gaan in hun werk; van de werknemers is dat ruim 60 procent.
Die tijd ben je kwijt aan investering: daadwerkelijk werk maar ook opdrachten werven en administratie bijhouden. Meer ervaren zzp’ers schreeuwen steeds vaker dat beleid moet komen om juist zzp’ers te beschermen van die flexistische-gevolgen. Een goed tarief vragen, roepen ze, want daar gaat nog minstens een derde vanaf – pensioen en verzekering niet eens meegeteld. Gratis werken? Niet doen, mafketel. En extra stages lopen is het nieuwe taboe.
Maar zo naast elkaar gezet klinkt het best lekker, vindt ook Hannah (24). De student die als enige in haar bedrijf dag in dag uit dezelfde stoel bekleedt. Met hetzelfde saaie uitzicht en misschien zelfs de hopeloos ouderwetse campingvakantie naar Frankrijk. Immers: de enige vaste spil op het moderne kantoor is een stagiair – contractloos en wel.
Deze serie artikelen en video’s zijn in feite te herleiden tot één vraag: wie ben je als freelancer? Antwoorden zouden helder maken hoe we ons kunnen gedragen, wie ook freelancer zijn en of het hele zzp-schap nu hemel of hel is. Hét antwoord blijft in het midden. Want net zoals met zoveel aspecten in het leven is ieder mens en elke situatie uniek. Wel poogden we een rode draad te vormen door de onderwerpen uit te diepen die voor elke zzp’er herkenbaar zijn.
Want door herkenning te bieden wordt het leven automatisch een stukje leuker. En zeg nou zelf: wetende dat achter 1 miljoen huizen een eenmansbedrijf schuilgaat, zorgt ervoor dat de moeilijke momenten niet alleen op jouw schouders rusten maar ook op 999.999 anderen.
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.