Nu aan het lezen
Iedereen moet sollicitatiebrieven versturen om een kans te maken op een baan. Maar hoeveel brieven je precies moet versturen voor je een positieve reactie krijgt, hangt sterk af van je afkomst. Autochtonen hoeven volgens nieuw Nederlands onderzoek veel minder brieven te schrijven dan mensen met bijvoorbeeld een Turkse of Surinaamse achtergrond, schrijft de NOS.
We weten al langer dat er gediscrimineerd wordt op de arbeidsmarkt. Lex Thijssen en Marcel Coenders van de Universiteit Utrecht, en Bram Lancee van de Universiteit van Amsterdam vroegen zich echter af wat de verschillen zijn tussen de bevolkingsgroepen. Oftewel: heeft iemand met bijvoorbeeld een Turkse achtergrond meer of minder last van discriminatie dan iemand met een Surinaamse achtergrond?
De wetenschappers onderzochten dit aan de hand van 4.200 nepsollicitaties. Daarbij richtten ze zich specifiek op werkzoekenden tussen de 23 en 25 jaar, omdat dat vaak het moment is dat je je carrière start. Er werd gesolliciteerd in tien verschillende beroepsgroepen in het lager- en middensegment. In totaal werden 35 etnische groepen met elkaar vergeleken.
Het verschil in het aantal brieven dat je moet schrijven is behoorlijk groot, aldus de resultaten. Mensen met een autochtone achtergrond moeten gemiddeld 2,2 brieven schrijven om een positieve reactie te krijgen.
Heb je bijvoorbeeld een Poolse achtergrond? Dan heb je al 2,5 brieven nodig. Voor Bulgaren zijn dit er 2,9 en voor mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond respectievelijk 3,2 en 3,3.
De verschillen zijn groter bij mensen met een Surinaamse en Antilliaanse achtergrond. Ook is de marge hier groter, omdat de onderzoekers niet evenveel sollicitaties verstuurden per etniciteit. Heb je een Surinaamse achtergrond, dan moet je tussen de 2,8 en 3,9 brieven versturen. Voor Antillianen gaat het om tussen de 3,7 en 6,9 brieven.
Nu kun je zeggen: het ligt aan de economie. Maar dat is dus niet het geval. Het onderzoek werd tussen 2016 en 2018 uitgevoerd, en dat waren jaren dat de economie als een zonnetje draaide. Dit betekent dus dat als de economie slechter wordt, iedereen weer meer moeite moet doen om een baan te vinden. En dan worden de verschillen ook weer groter.
Ook ligt het volgens Thijssen niet per se aan je CV of je wel of niet wordt uitgenodigd op gesprek. “Zelfs al heb je deze dingen extra gedaan, word je in dezelfde mate gediscrimineerd als wanneer je dat niet hebt gedaan.”
Toch zijn er wel oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan stages. Thijssen wil dan ook meer onderzoek doen naar het effect van andere manieren van solliciteren, vertelt hij aan de NOS. “Een stage kan ervoor zorgen om in alle vrijheid te kijken hoe iemand functioneert, zonder dat meteen iemand aangenomen moet worden. Dat zorgt ervoor dat vooroordelen en stereotypen weggenomen kunnen worden.”
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.