Nu aan het lezen
Vroeger bracht ik nog 80% van de dag buiten door en ging ik alleen naar binnen als het echt moest. Nu is dat omgedraaid. Ok, ik ben ook een tikkeltje ouder geworden. Studie en werk zorgen ervoor dat ik nu het grootste deel van de dag achter de computer doorbeng. Er zit echter ook een andere reden achter waarom ik niet meer ‘offline’ leef. Een fantastische uitvinding, je kent het wel: de smartphone.
Dagelijks brengen we misschien wel meer tijd door in de virtuele wereld dan in de echte. Als je op een willekeurig moment opkijkt – van je telefoon – in de trein, zie je dat iedereen is vastgenageld aan de schermpjes van hun eigen telefoons. En nee, we gebruiken het niet eens meer om te SMSen en te bellen. Het grootste deel van de tijd bevinden we ons online. We swipen op Tinder, scrollen door onze Facebook tijdlijn of houden tegelijkertijd twintig verschillende Whatsapp groepen up to date.
Voor het eerst in het bestaan der mensheid, groeit een generatie kinderen op met de immer aanwezige smartphone. Deze nieuwe generatie wordt ook wel iGen genoemd door Jean Twenge, professor Psychologie aan San Diego University. Hiermee verwijst zij naar jonge mensen geboren tussen 1995 en 2012. Gelukkig, hier zit ik dus net niet tussen. Toch kan ik mij goed vinden in de ontwikkeling die Twenge omschrijft in haar onderzoek.
“Leden van deze generatie zijn fysiek veiliger dan de generaties voor hen. Ze drinken minder, leren later rijden en stellen het hebben van seks langer uit. Maar psychologisch gezien zijn zij veel kwetsbaarder”, aldus Twenge. In haar nieuwe boek vertelt zij over de iGen generatie en hoe deze op het punt van een mentale gezondheidscrisis staat. Zij doet verhaal op The Atlantic waar zij grotendeels de psychische achteruitgang van huidige generaties wijt aan de smartphone.
Jean Twenge doet al 25 jaar onderzoek naar de onderlinge verschillen tussen generaties. Zij ziet in de ontwikkeling hiervan vaak een rode lijn. De Millenials (1981-2000) karakteriseren zich als een individualistische generatie. Toch is dit een ontwikkeling die zich al voortzet sinds de Baby Boomers (1940-1964). Bij de allernieuwste generatie ontdekte Twenge echter een complete verandering in de lijn die zich al generaties voortzet. De iGen generatie kijkt volledig anders naar de wereld en besteedt ook anders zijn tijd. Wat de professor opvalt is dat zich vooral sinds de introductie van de smartphone een verandering voordoet.
Sinds de smartphone zijn mensen anders hun tijd gaan invullen. De tieners van vandaag brengen minder tijd door met hun vrienden en familie. Hierdoor zien ze mensen niet face-to-face waarbij lichaamstaal een belangrijke rol speelt. Doordat mensen minder tijd met elkaar doorbrengen, en minder vaak hun ei kwijt kunnen, kan dit het psychologische welzijn beïnvloeden. Twenge geeft aan dat iGen kampt met diverse mentale problemen. Ze hebben sneller last van angsten, symptomen van depressie en denker eerder na over zelfmoord.
Eenzaamheid speelt ook een belangrijke rol in de plotse verandering tussen generaties. Sinds 2012 ziet Twenge een toename in het gevoel van eenzaamheid. Is het dan toeval dat tegen het einde van 2012 het grootste deel van de Amerikaanse bevolking een telefoon had? Het gebruik van sociale media wordt vaak geassocieerd met een eenzaam gevoel, en dit is ook sinds de introductie van de smartphone toegenomen.
In haar stuk stipt Twenge een ander belangrijk punt aan. iGen is zich namelijk vaak erg bewust van de negatieve gevolgen van een smartphone. Waar ligt het probleem dan? Dit kan gedeeltelijk bij de ouders liggen. Ouders maken zich vaak zorgen om drankgebruik en rijgedrag. Ze moeten zich echter ook zorgen maken als hun tiener vaak alleen thuis op zijn mobiel zit, vertelt de Psychologie professor. Zij raadt daarom ouders aan goed na te denken over het geven van een smartphone. Je kan dit beter zo lang mogelijk uitstellen.
“Wees je bewust van de negatieve gevolgen van een smartphone”, aldus Twenge. Door de smartphone zijn jongeren minder snel geneigd activiteiten te doen die beter zijn voor hun gesteldheid. Tijd doorbrengen met anderen kan bijvoorbeeld al veel goeds doen. Een tip van de expert? “Als je denkt dat je kind een telefoon nodig heeft, geef een klaptelefoon. Die worden nog steeds verkocht. Als je kind dan uiteindelijk toch een smartphone heeft, zijn er genoeg apps waarmee ouders de schermtijd kunnen inperken.”
Er kleven zeker niet alleen nadelen aan het gebruik van een smartphone. Zo zou ik niet meer kunnen leven zonder iets als Google Maps, en kan ik dankzij Whatsapp iedereen vertellen dat ik veilig geland ben als ik een ander land bezoek. Ook sociale media bieden veel mensen steun. Het is veel makkelijker om mensen met dezelfde interesses te vinden, of dat nu in Nederland of Australië is.
Het is echter belangrijk dat je hier je grenzen in leert kennen. Natuurlijk mag je een foto van je café latte maken, maar houd het daarbij en richt je daarna tot de persoon tegenover je. Het belangrijkste is dat je je bewust bent van je telefoongebruik en er ook wat aan doet. Voel je je weleens eenzaam of afgezonderd van de wereld? Ga eens de stad in, plan een spelletjesavond in met vrienden of pak een boek voordat je gaat slapen. Er zijn genoeg dingen die jij kunt doen.
Foto’s: Shutterstock
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.