Nu aan het lezen
We kennen allemaal de traditionele rolverdeling in huis: de man gaat aan het werk, de vrouw zorgt voor de kinderen. Hoewel we al jaren emanciperen en vrouwen tegenwoordig ook werken, zijn die rollen nauwelijks veranderd. En ook de coronacrisis heeft niet bijgedragen aan het veranderen van deze rolpatronen, blijkt uit onderzoek van Intermediair en de Nationale Vacaturebank.
De coronacrisis leek het ideale moment om de traditionele rolverdeling in huis eens onder de loep te nemen. Nu moest immers iedereen thuiswerken, zelfs de kinderen. Een goed moment om de taken anders te verdelen dus. Maar dat was dus niet het geval. Volgens het onderzoek van Intermediair en de Nationale Vacaturebank is er namelijk nauwelijks een verschuiving zichtbaar. Zelfs niet onder jongeren.
Voor de crisis gaf 57 procent van de vrouwen aan dat ze meer in huis deden dan hun partner. Nu is dat 53 procent. Een kleine daling weliswaar, maar geen grote. Het aantal mannen dat de meeste huishoudelijke taken uitvoert is bovendien nagenoeg gelijkgebleven: 10 procent deed voor de crisis het meeste in huis, nu is dat 11 procent. Ook de verschuiving qua zorgtaken voor de kinderen en het aantal uren werk is nihil. Voor de coronacrisis gaf precies de helft van de mannen aan dat ze meer uren werkten dan hun partner, nu is dat 48 procent. Onder de vrouwen was dat voor de crisis 19 procent en nu 23 procent.
En ja, ook mensen onder de 35 jaar verdelen de taken in huis behoorlijk traditioneel. Dat is zelfs vergelijkbaar met 35-plussers. Bij beide groepen werken mannen meer en nemen ze veel minder zorg- en huishoudelijke taken op zich dan vrouwen. “‘Je zou verwachten dat jongere generaties geëmancipeerder zijn, maar in de praktijk valt het tegen”, zegt Mara Yerkes, universitair hoofddocent sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Zij onderzocht met een team wetenschappers ook het effect van de coronacrisis op de rolverdeling.
Mocht je niet tevreden zijn met deze traditionele rolverdeling, dan kun je die natuurlijk aanpakken. Het beste is om een gesprek met je partner te voeren. Maar ook dat doen we nauwelijks, blijkt uit het onderzoek. Slechts 17 procent van de mannen en 10 procent van de vrouwen zegt er met de partner over te hebben gesproken.
Toch is zo’n gesprek misschien wel nodig. Vrouwen vonden de afgelopen periode geestelijk namelijk zwaarder dan mannen. Van de moeders vindt 25 procent namelijk dat de geestelijke gezondheid in negatieve zin is veranderd, tegenover 14 procent van de vaders. Moeders waren dan ook vaker (41%) blij dan vaders (36%) toen de scholen weer begonnen.
Dat verschil is overigens wel goed te verklaren, weet Yerkes. “Vrouwen hebben meer een poortwachtersfunctie’, zegt Van der Lippe. ‘Die willen dat alles op rolletjes loopt en eisen meer van zichzelf. Ze vinden ook: als de kinderen er de hele tijd zijn, moet ik meer tijd aan ze besteden, anders ben ik geen goede moeder. Dat vrouwen het lastiger vonden werk, zorg en een sociaal leven te combineren, is dus ook deels daardoor te verklaren.”
Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.